Pubers zijn erg bezig met het zich losmaken van en afzetten tegen ouders. Ze willen steeds meer zelf kunnen en doen. Ook dingen waarvan jij als ouder denkt of zelfs weet, dat ze het nog niet kunnen. Denk hierbij aan leren voor de toetsen…Je ziet de onvoldoendes binnen komen, maar nee ze willen geen hulp.
Leeftijdsgenoten worden steeds belangrijker. Ze delen steeds meer met elkaar en vaak minder met de ouders. Ouders merken dat hun puber sinds Corona veel meer thuis blijft, op zijn kamer aan het gamen is, alle contact vooral online plaatsvinden. Waarom gaan ze niet meer lekker naar buiten en sporten?
Vaak gaat het “mis” doordat we als ouders een bepaald plaatje in ons hoofd hebben van onze puber, zoals hij zou moeten zijn. School serieus nemen, na een onvoldoende harder zijn best gaan doen, sporten, fysiek met vrienden afspreken, helpen in huis enz. Als de realiteit en jouw plaatje ver uit elkaar liggen ontstaat er een gat…En dat kan zorgen voor ruzies. De kunst is om je puber te zien zoals hij is en daarop aan te sluiten. Vragen te stellen hoe hij tegen dingen aankijkt. Oprechte belangstelling tonen voor zijn interesses en kijk op zaken. Laat het plaatje zoals hij zou moeten zijn los, want door dat plaatje verlies je steeds meer het contact met je puber.
Hoe mooi en waardevol is het dat je puber zijn mening aan het ontwikkelen is? Wees er nieuwsgierig naar. Stop met (ver of voor)oordelen, want dat zorgt er alleen maar voor dat je puber minder zal delen. Minder open zal zijn over zijn kijk op dingen. En in sommige gevallen gaan ze zelfs liegen om te voorkomen dat ze jouw oordeel moeten horen. En dat is wel het laatste wat je wilt. Blijf in contact met elkaar door elkaars kijk op zaken te respecteren.
Je puber leert verstandige keuzes te maken dóór keuzes te maken.
Soms zullen de keuzes goed uitpakken en soms minder goed. Dan ben jij er als ouder om hem liefdevol op te vangen en er weer bovenop te helpen. Ze leren door fouten te kunnen en mogen maken zonder dat dat direct leidt tot ruzie en afwijzing.
Tips voor ouders:
Ouders zijn het externe controlecentrum op deze leeftijd. Je kan je puber vragen stellen als “waar ligt jouw grens?” en “als iedereen vindt dat jij een sigaret moet gaan roken en ze zetten je onder druk, wat zou je dan doen?”. Bespreek al vragend hoe je puber hiermee om zou willen gaan. De hersenen worden dan AAN gezet en daardoor gaan ze erover nadenken. Bij het alleen maar zenden van adviezen zal het puberbrein UIT gaan.
Als je puber een probleem heeft, denk gerust mee. Maar laat het je puber zelf oplossen. Hierdoor ontwikkelt hij zijn zelfstandigheid, zelfvertrouwen, motivatie en oplossingsvermogen.
Ga ze niet “redden” door dingen voor ze op te lossen, dan ontwikkelen ze aangeleerde hulpeloosheid. Ze leren dan “o dat lossen mijn ouders wel voor mij op”. Maar hoe moet dat als je er als ouder niet bent? Je wilt ze begeleiden naar zelfstandigheid, zodat ze zich later als volwassene prima kunnen redden zonder ouders.
Dit leer je ook in het programma “Positief motiveren doe je zo!”
0 reacties